Raspoliticus met een kwinkslag

In Memoriam Peter Defreyne (1965-2017)

Als Peter Defreyne je belde, had je nauwelijks tijd om ‘hallo’ of je naam te zeggen. Meteen vroeg hij in ‘t West-Vlaams: ‘Oeist?’ Die bemoedigende vraag typeerde hem ten voeten uit: hij was altijd bezorgd om de ander. Meteen daarna verzekerde hij steevast zijn gesprekspartner dat met hem alles goed ging, zelfs tot net voor het fatale bericht in oktober dat hij terminaal ziek was.

Peters enthousiasme, positivisme, levenslust en geweldige humor waren inspirerend. In een interview in de West-Vlaamse regionale krant De Weekbode in december 2016 counterde hij resoluut het scepticisme. ‘Mijn leven voorbij? Nooit aan gedacht!’ Peter bood tegen de ziekte stevig weerstand en duwde het slechte scenario weg, want hij wilde zo snel mogelijk beter worden.

Bij de Izegemnaar viel de strijdbaarheid meteen op, toen in het begin van 2013 maagkanker werd vastgesteld. Een mokerslag, maar Peter sloeg er zich door. Hij ging gezwind door de herstelperiode en werd een jaar later zelfs genezen verklaard. In de zomer van 2016 belandde hij echter opnieuw in het ziekenhuis, want de ziekte bleek hardnekkig.

De tweede chemotherapie was opnieuw een moeilijke periode om te overwinnen. ‘Evenwel zonder mij veel vragen te stellen’, vertelde Peter in De Weekbode. Hij keek andermaal met vertrouwen naar de toekomst. Hij weigerde een versnelling lager te schakelen, dacht aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 en was volop in de weer met de verruiming van de Izegemse CD&V-lijst die hij zou trekken.

Maar het mocht niet baten. In het najaar van 2017 had de ziekte Peter definitief in haar greep. De 52-jarige jurist bleef tot het laatste moment vechten en ging tegelijk zo waardig om met de idee dat hij niet meer zou leven. Hij was dankbaar en vertelde iedereen dat hij een mooi leven had gehad. Peter heeft zijn positieve kijk op het leven nooit opgegeven. 

Bovendien bleef hij meer bezorgdheid tonen om zijn familie en vrienden dan om zichzelf. ‘Niet de dood maakt mij bang, maar mijn allerliefsten achterlaten...’, schreef hij in zijn laatste boodschap voor zijn overlijden op 3 november. De christendemocratie en Izegem verloren véél te vroeg een talentvolle, loyale en aimabele politicus.

Relativeren

De politieke carrière van Peter begon in 1986 bij de Christendemocratische Studenten (CDS), de studentenafdeling van de CVP-Jongeren, tijdens zijn  rechtenstudies in Gent. Hij behaalde ook een licentie in de staats- en bestuurswetenschappen. Even speelde Peter met het idee Romaanse filologie te studeren, maar de aantrekkingskracht van de advocatuur was sterker. ‘Zoveel mogelijk uit de brand slepen voor je cliënt, geeft je een fantastisch gevoel’, vertelde hij in 1995 in Radikaal, het ledenblad van de CVP-Jongeren.

Niet lang na zijn intrede als advocaat aan de Kortrijkse balie werd Peter in 1988 voorzitter van de CVP-Jongerenafdeling van Izegem. Algauw werd hij lid van de Nationale Raad en trok geregeld naar het verre Brussel om het arrondissement Roeselare-Tielt te vertegenwoordigen.

Ik herinner mij nog levendig de eerste ontmoeting met Peter op de kaderdag van 7 juli 1990 in Schoten. Die grijze, triestige zomerdag werd door zijn jovialiteit en humor op slag rooskleurig. Meteen was het lachen geblazen, want Peter wisselde zijn ernstige tussenkomsten af met geniale kwinkslagen. Een vergadering bij de CVP-Jongeren mét Peter zonder dat er werd gelachen: die heeft nooit bestaan. Over die humor zei hij ooit: ‘Dat relativeert en de mensen moeten zichzelf niet altijd té au sérieux nemen.’

In 1991 werd de advocaat CVP-Jongerenvoorzitter van het arrondissement Roeselare-Tielt en nationaal coördinator voor het thema ‘veiligheid’. Het was de tijd dat onder het nationaal voorzitterschap van Ludwig Caluwé werkgroepen een van de speerpunten van de jongerenwerking was.

Ondertussen was met volksvertegenwoordiger André Bourgeois een hechte vriendschappelijke band gegroeid. De voormalige burgemeester van Izegem was ook dankzij de CVP-Jongeren in de politiek gerold en werd Peters politieke vader. Toen Bourgeois in 1992 minister van Landbouw en Middenstand werd, volgde Peter hem naar Brussel en werd een trouwe kabinetsmedewerker.

Op het CVP-Jongerencongres van 20 april 1991 werd Peter tot Nationaal Bureaulid verkozen. Gezien zijn opleiding specialiseerde hij zich in de thema’s ‘veiligheid’ en ‘justitie’. Van september 1991 tot maart 1997 zaten we samen in het hoogste CVP-Jongerenorgaan. Legendarisch waren zijn vurige pleidooien voor de ‘kleine zelfstandige’ en voor de Franse kernproeven op Muroruo, al was dat laatste vooral ingegeven door Peters francofiele trek. Hij hield van Frankrijk en droomde om er ooit te wonen. Tevens ontpopte hij zich tot een kenner van zijn grote idool: Charles De Gaulle.

Boezemvriend

In die hoge CVP-Jongerenmilieus ontmoette Peter in het voorjaar van 1993 Raf Vermeire. De Oost-Vlaamse ondernemer werd zijn boezemvriend, al hadden ze niet altijd gelijklopende politieke ideeën. Toch vormden ze een hechte tandem die op de christendemocratische jongerenbeweging een stempel drukte.

Raf werd in 1995 nationaal voorzitter en stond meteen op de bres voor de debatcultuur. ‘Alleen door politieke discussie kunnen wij jonge mensen motiveren om in de politiek te stappen’, was zijn overtuiging. Hij hield in april 1995, een maand na zijn verkiezing, de Denk mee krant boven de doopvont, ‘om de debatcultuur opnieuw in de jongerenbeweging ingang te doen vinden’. Peter werd de eerste hoofdredacteur van het maandelijkse opinieblad.

In 1997 verliet Peter noodgedwongen het Nationaal Bureau - drie termijnen was toen het maximum - maar bleef tot 2000 in de Raad. Net geen 15 jaar was hij uiterst actief in de jongerenbeweging van de huidige CD&V. Hij was een christendemocraat in hart en nieren, een vurige voorstander van het inhoudelijke debat en schuwde scherpe standpunten niet.

Hij ging resoluut in confrontatie met de moederpartij als het ging over de toekomst van de CVP. Zoals na de verkiezingen van 24 november 1991 - zwarte zondag - toen het Vlaams Blok doorbrak en de CVP zwaar verloor. Peters scherpe nota om in de oppositie te gaan haalde zelfs het boek De strijd om de 16 van Hugo De Ridder.

Na een succesvolle jongerenperiode keerde Peter naar zijn West-Vlaamse heimat terug. Toch had hij een licht wrang gevoel. Het scheelde niet veel of hij was senator geworden, door het spel van de opvolging. Maar de ‘politieke’ speling van het lot bleek niet gunstig. Peter verzoende zich snel met de gemiste kans voor een nationaal mandaat en koos resoluut voor Izegem.

In 2001 werd hij OCMW-raadslid. Zes jaar later zetelde hij in de Izegemse gemeenteraad, waarvan hij zelfs voorzitter werd. Begin 2012 kwam Peter door de benoeming van Carl Decaluwé tot gouverneur van West-Vlaanderen als opvolger in de provincieraad. Ondanks een sterke campagne, ook via de nieuwe mediakanalen als Facebook, viel het resultaat voor CD&V in datzelfde jaar tegen. Peter haalde met 653 stemmen een mooie score, maar werd fractieleider van een oppositiepartij. En... hij hield zijn belofte. Als boetedoening voor de nederlaag stapte hij te voet van Izegem naar Nieuwpoort.

Peter had een visie op Izegem: een centrumstad die zich profileert naar de buitenwereld. Hij hekelde het gemis aan ambitie en investeringsbeleid vanwege de huidige bestuursmeerderheid. Gefundeerde standpunten innemen en die in een tekst gieten had de advocaat bij de CVP-Jongeren geleerd. Dat werd gewaardeerd bij meerderheid en oppositie. Voorzitter van de gemeenteraad Geert Bourgeois (N-VA) formuleerde het zo op 21 november: ‘Peter was altijd opbouwend en uiterst hoffelijk. Je kon een stevige gedachtewisseling met hem hebben, maar na de gemeenteraad toch samen een pint drinken.’

Peter toonde nauwelijks aan de buitenwereld dat hij ernstig ziek was en kloeg nooit. Hij bleef toekomstplannen maken en was er vast van overtuigd dat hij in 2018 als lijsttrekker een mooi resultaat in zijn stad zou neerzetten. Maar toen hij het verschrikkelijke nieuws hoorde, aanvaardde hij waardig zijn lot. Hij toonde veel dankbaarheid, al zei hij op het einde, begrijpelijk, dat zijn leven nog niet af was. Peter was een geliefd en loyaal politicus met een scherpe geest en zijn beroemde kwinkslag. De christendemocratie zal hem hard missen. 

Johan De Donder

Oud-hoofdredacteur Radikaal (1991-1997)

Over Radikaal

JONGCD&V is de jongerenorganisatie van CD&V. Het is een autonome denktank waar jongeren door middel van discussies met mensen en organisaties op zoek gaan naar nieuwe ideeën. Ze formuleert antwoorden op de maatschappelijke uitdagingen van vandaag en de toekomst. JONGCD&V ondersteunt jongeren in hun politiek engagement. JONGCD&V wil op nationaal, provinciaal, regionaal en plaatselijk vlak bijdragen tot politieke vorming, kritische opstelling en een maatschappelijke jongerenwerking.


Radikaal is het nieuws- en opinieplatform van JONGCD&V. De publicatie, die debuteerde in oktober 1969, brengt op geregelde tijdstippen actualiteit, duiding en nieuws uit de beweging voor het grote publiek.

Neem contact op met

Wetstraat 89 1040 Brussel

[email protected]

jongcdenv.be