Parijs en de energie-revolutie: Europa neemt het voortouw

Ivo Belet is lid van de milieucommissie in het Europees Parlement en rapporteur van de ETS-hervorming.

De droogte in Californië die al 4 jaar aanhoudt, de heetste julimaand ooit in Centraal-Europa,... het is duidelijk dat de opwarming van onze planeet zich nu al laat voelen. Europa - jarenlang pionier - staat gelukkig niet langer alleen in de strijd tegen de klimaatopwarming. Na twintig jaar waarin de federale overheid in de VS nauwelijks of geen actie ondernam tegen klimaatverandering, sloot het eind vorig jaar een akkoord met China. De bedoeling is dat de VS tegen 2025 zijn uitstoot van broeikasgassen met 26 tot 28 procent terugdringt t.o.v. 2005 (vooral door de CO2-uitstoot van vervuilende kolencentrales aan banden te leggen), terwijl China tegen 2030 het aandeel hernieuwbare energie wil optrekken tot 20 procent. 

Dat broeikaskampioenen VS en China als grote wereldeconomieën eindelijk ook de strijd met de klimaatopwarming au sérieux nemen, heeft vooral te maken met het inzicht dat klimaatactie ook economisch steek houdt. Hoe meer hernieuwbare energie, hoe minder (import van) fossiele brandstoffen uiteraard: voor elke euro of dollar die geïnvesteerd wordt in schone energietechnologie, wordt bijna drie dollar aan fossiele brandstoffen vermeden.

Het is uiteraard goed nieuws dat de VS en China de klimaatopwarming eindelijk ter harte  nemen, maar de vraag is of de Amerikaanse en Chinese ambities ook overeind zullen blijven zodra ze moeten vertaald worden in tastbare en controleerbare engagementen. De grote toetssteen hiervoor is de internationale klimaatconferentie in Parijs eind dit jaar. Europa heeft bij uitstek de meest ambitieuze klimaatregelgeving ter wereld. We hebben dan ook de grote verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het akkoord van Parijs niet wordt uitgehold of zodanig vaag is, dat het dode letter blijft. Europa moet ervoor blijven ijveren dat er in Parijs een akkoord wordt gesloten dat wettelijk bindend is én haalbaar voor alle gesprekspartners.

Klimaatambitie verzoenen met concurrentiekracht

Intern zijn we in Europa volop bezig met de uitvoering van de zogeheten 20-20-20 doelstellingen (20% minder CO2-uitstoot, 20% minder energieverbruik en een aandeel van 20% aan hernieuwbare energie tegen 2020). De 28 EU-leden hebben trouwens ook  al afgesproken en vastgelegd dat tegen 2030 de CO2-uitstoot in Europa met 40% omlaag moet. België zal een forse inhaalbeweging moeten doen: op het vlak van hernieuwbare energie moeten we 13% halen tegen 2020.

Alle maatschappelijke spelers en sectoren zullen bijkomende inspanningen moeten doen: transport, gebouwen, landbouw, industrie. Het is zaak om een regeling uit te werken die efficiënt en transparant is zonder dat ze onze industrie de das omdoet - een aartsmoeilijke evenwichtsoefening tussen klimaatambitie en het behoud van de concurrentiekracht van onze energie-intensieve bedrijven.

Net voor de zomer heeft het Europees Parlement het licht op groen gezet voor een ingrijpende hervorming van ons emissiehandelssysteem (Emission Trading System, ETS). Het is de eerste stap in een wetgevende drietrapsraket. In een volgende fase wordt het aandeel dat de industrie en de energiesector moeten leveren onder handen genomen en vervolgens ook de CO2-uitstoot van vooral transport en gebouwen.

Een hervorming van de klimaatwetgeving drong zich op, omdat de hoeksteen ervan  - het Europese systeem om de uitstoot van CO2 door de industrie te reguleren - 10 jaar oud is en kraakt in al zijn voegen. Onder het gewicht van de financieel-economische crisis kelderde de prijs van de CO2-uitstoot-vergunningen voor de energie-intensieve bedrijven.  De uitstoot van één ton CO2 moest in principe 30 euro kosten - zo was het destijds voorzien op de tekentafel.  Vandaag kost één ton CO2 echter nog nauwelijks 7 euro. Dat is niet genoeg om energiebedrijven ertoe aan te zetten om in duurzame alternatieven te investeren en hun emissies drastisch terug te dringen. De emissiehandel ETS moest dus dringend worden gerepareerd om te vermijden dat de belangrijkste pijler van ons klimaatbeleid werd vernietigd. Voortaan wordt ETS bijgestuurd door een automatisch correctiemechanisme: als het aantal uitstootvergunningen op de markt te hoogt oploopt, worden minder emissierechten op de markt gebracht, zodat de prijs niet keldert.  En omgekeerd: als de groei aantrekt, bedrijven meer gaan produceren en er dus meer nood is aan uitstootrechten, wordt de kraan wat verder opengezet. Zo wordt de industrie niet bestraft omdat ze groeit. De ETS-hervorming is het resultaat van een moeilijk maar geslaagd compromis, dat ervoor zorgt dat de concurrentiekracht van onze energie-intensieve bedrijven niet wordt aangetast. We moeten immers koste wat het kost vermijden dat onze eigen energie-intensieve sectoren de internationale concurrentie niet langer aankunnen en dat investeringen naar buiten de EU verhuizen, naar landen waar er geen prijs op CO2-uitstoot staat.

Parijs

Europa timmert dus met succes verder aan de eigen klimaatwetgeving en kan met opgeheven hoofd en met volle overtuiging naar Parijs. De Amerikaanse en Chinese klimaatmaatregelen maken ook dat er iets meer reden tot optimisme is dan pakweg een jaar geleden. Het gerijpte inzicht dat investeringen in schone technologie economisch opportuun zijn, geeft reden tot hoop. Minder fossiele brandstoffen betekent minder afhankelijkheid van (vaak) labiele leveranciers en investeren in energiebesparing en hernieuwbare energie is een uitstekende zaak voor de lokale economie.

Nu is het zaak ervoor te zorgen dat er bindende, internationale doelstellingen komen die ook haalbaar zijn voor armere economieën. Het energiebeleid zit wereldwijd volop in een transitie-tijdperk en die transitie gebeurt razendsnel:   de volgende etappe kondigt zich al aan, met de opslag van overtollige hernieuwbare energie in batterijen (zie het project van de Amerikaanse autobouwer Tesla). Europa moet via het onderzoeksprogramma HORIZON 2020 en via het EFSI-‘Juncker’-investeringsprogramma een absolute prioriteit maken van deze revolutie in de energiesector zodat we mee de leiding blijven nemen van deze ingrijpende omschakeling.

Ivo Belet

Europees Parlementslid CD&V

Over Radikaal

JONGCD&V is de jongerenorganisatie van CD&V. Het is een autonome denktank waar jongeren door middel van discussies met mensen en organisaties op zoek gaan naar nieuwe ideeën. Ze formuleert antwoorden op de maatschappelijke uitdagingen van vandaag en de toekomst. JONGCD&V ondersteunt jongeren in hun politiek engagement. JONGCD&V wil op nationaal, provinciaal, regionaal en plaatselijk vlak bijdragen tot politieke vorming, kritische opstelling en een maatschappelijke jongerenwerking.


Radikaal is het nieuws- en opinieplatform van JONGCD&V. De publicatie, die debuteerde in oktober 1969, brengt op geregelde tijdstippen actualiteit, duiding en nieuws uit de beweging voor het grote publiek.

Neem contact op met

Wetstraat 89 1040 Brussel

[email protected]

jongcdenv.be